Klimaatakkoord: ‘The answer is blowin in the wind’
Hoe de energieneutrale situatie in 2050 voor Nederland eruit zal komen te zien, is nog een grote vraag, het is als kijken in een glazen bol, of zoals Bob Dylan in 1962 reeds zong; ‘The answer, my friend, is blowin in the wind’ .In het magazine ‘Het Snoer Om’ van afgelopen zomer, schreef ik reeds dat we nog een lange weg te gaan hebben richting onze klimaatdoelstellingen. In de afgelopen weken bleek dit ook uit de kritische geluiden vanuit zowel politieke als de wetenschappelijke hoek, met vragen of het allemaal wel uitvoerbaar is en of de CO2 uitstoot reductie doelen wel haalbaar zijn. Deskundigen denken dat juist onze CO2 uitstoot en de vraag naar gas alleen maar flink zal toenemen, door de voorgenomen elektrificatie van onze samenleving. Zo stellen wetenschappers van de Rijksuniversiteit Groningen dat onze elektriciteitsbehoefte met 50% zal toenemen door de gewenste elektrificatie van de woningen en de industrie.
Overschatten we niet de complexiteit van onze groene ambities? Dat we in Nederland sneller moeten verduurzamen en dat de uitstoot van CO2 snel moet verminderen staat buiten kijf, maar daarbij moeten we wel de juiste keuzes maken. De realiteit is namelijk dat we aardgas als fossiele brandstof de aankomende decennia nog hard nodig zullen gaan hebben en gas een zeer belangrijke rol blijft spelen in het verduurzamingsproces van onze energiebehoefte:
Het aandeel elektriciteit opgewekt uit zon en wind neemt hard toe, echter is het gedeelte nog veel te gering om volledig over te kunnen gaan op energie uit zonne- en windparken. We kunnen vanuit leveringszekerheidsperspectief niet zonder onze relatief schone en flexibele gascentrales. In situaties dat er dus geen wind- en/of zonne- energie beschikbaar is en er relatief nog weinig elektriciteit in grote batterijen kunnen worden opgeslagen, zullen alleen gasgestookte centrales flexibel kunnen inspelen op een wisselende elektriciteitsvraag.
Aardgas biedt van de huidige fossiele brandstoffen relatief gezien een hoog rendement en een lage milieubelasting. Als gekeken wordt naar de CO2 uitstoot, dan is aardgas van alle fossiele brandstoffen ook het minst vervuilend. Op dit moment is het dan ook aannemelijk dat internationaal gezien juist tijdelijk meer gas gebruikt zal worden om in een overgangsperiode van de veel schadelijkere steenkolen af te komen. De gascentrales in Nederland zijn zeer schoon en efficiënt . Het is onzinnig om die eerst te sluiten terwijl we stroom importeren uit buurlanden afkomstig van (bruinkolen)centrales die veel meer vervuilend zijn.
Tevens zullen we met een grootschalige lancering van de warmtepomp onze verduurzamingsdoelen op dit moment volledig voorbij schieten. De benodigde elektriciteit voor de warmtepomp wordt op dit moment namelijk hoofdzakelijk met fossiele brandstoffen als steenkool en aardgas opgewekt en daarmee is de CO2 uitstoot hoger dan wanneer aardgas gestookt zou zijn in een HR verwarmingsketel. Ook is er bij warmtepompen sprake van behoorlijke energieverliezen ten opzichte van een energie efficiëntere HR ketel.
Ook vanuit economisch perspectief zou aardgas een rol kunnen blijven spelen in de mondiale energietransitie. Aardgas is relatief goed en goedkoop op te slaan en te transporteren. Nederland kan mogelijk in de toekomst door haar geografische ligging en de hoogstaande gas infrastructuur fungeren als ‘gasrotonde’ en in de toekomst veel betekenen voor bijvoorbeeld de distributie van (groen) gas in Europa. In plaats van laag calorisch gas gewonnen uit Nederlandse bodem, zou er aardas geimporteerd kunnen worden uit landen als Noorwegen, Amerika en Rusland. Dit gas kan in ons aardgas distributienetwerk worden omgezet naar laagcalorisch gas door toevoeging van stikstof. Ook het gebruik van biogas of LNG (liquefied natural gas) wordt gezien gezien als alternatief. Deze wereldwijde gasvoorraden zijn groot genoeg om nog vele jaren vooruit te kunnen.
Vanwege de aardbevingsproblematiek is stoppen met aardgaswinning de juiste beslissing om de veiligheid van Groningen op de lange termijn te kunnen garanderen. Politiek en milieubewegingen willen nog verder gaan inzetten op een route naar een volledig gasloze energie infrastructuur, dit lijkt vanuit onze huidige gasbehoefte voorlopig niet heel logisch. Het aardgas uit Slochteren is slechts een klein gedeelte van de wereldwijde gasvoorraad en aardgas is internationaal gezien overal vandaan te halen. Door van het aardgas af te gaan, lijkt de CO2 uitstoot juist toe te nemen en daarmee ook de opwarming van van de aarde. Hierdoor is er dus sprake van een paradoxale situatie.
Een duurzame toekomst is complex, kostbaar en een tijdrovend. Hierbij enkele suggesties om een andere impuls te geven richting een duurzame economie:
1.Het huidige belasting- en subsidiestelsel lijkt aan herziening toe om duurzaamheid te stimuleren
Het huidige energiebelastingstelsel houdt onvoldoende rekening met het principe dat de vervuiler zou moeten betalen. Energiegebruik en de samenhangende kosten voor CO2 uitstoot zijn daarmee onvoldoende in balans. Het plan van de klimaattafel voor een snelle en exorbitante verhoging van 75% op de energiebelasting de aankomende jaren voor het gebruik van gas lijkt mijn inziens op dit moment buiten proportioneel en oneerlijk. Wel is het zo dat op dit moment de grootverbruikers van energie door het huidige degressieve belastingstelsel licht worden belast en kleinverbruikers juist relatief heel zwaar worden belast. Bij een ‘eerlijker’ belastingstelsel met een progressief tarief, waarbij dus het tarief hoger wordt naarmate het energiegebruik toeneemt, zouden bedrijven eerder gestimuleerd worden om de bedrijfsvoering verder te verduurzamen en te innoveren en dit zal energiebesparende maatregelen sneller rendabel maken. Naar alle waarschijnlijk lijkt er zoals eerder genoemd, maar één effectieve en eerlijke manier om onze (consumptie)gedrag en energiegebruik echt te veranderen. Namelijk een CO2 belasting voor bedrijven en en consumenten die vrijkomt voor (onnodige) consumptie en productie om zodoende effectief CO2 te reduceren en onze klimaatdoelstellingen te behalen. Deze zal voor een effectieve werking wel internationaal ingevoerd moeten worden om prijsverschillen tot uiting komend in goederen en diensten tussen landen te voorkomen. Helaas lijkt internationale overeenstemming hierover nog erg ver weg.
2. Energietransitie vraagt om een maatschappelijke omslag
Aan de ene kant wordt er op dit moment veel bewustwording voor energiebesparing gecreëerd door de overheid en milieuorganisaties. Er ligt ook een hele grote verantwoordelijk op onze schouders. Voor onszelf maar ook voor de volgende generaties moeten we snel mogelijk over naar een duurzamere en schonere energiewereld. Aan de andere kant zien we onze energiebehoefte en gedrag nog niet fundamenteel veranderen, ondanks de gecreëerde bewustwording voor energiebesparing en klimaatverandering. De energietransitie vraagt dan ook om een maatschappelijke omslag. Verduurzaming vraagt meer om een aanpassing van onze levensstijl en comforteisen. Bijvoorbeeld de bijdrage van onze vleesconsumptie, vliegreizen, autogebruik, lang douchen en het gebruik van wasdrogers aan de wereldwijze CO2 uitstoot is ook aanzienlijk.
3. Bouw veel meer windparken en gascentrales en breidt het elektriciteitsnet uit
Onze maatschappij zal gaan ‘ver-elektrificeren’ waarbij onze toekomstige consumptie van elektriciteit met een veelvoud zal toenemen. Ons elektriciteitsnet zal uitgebreid moeten worden en veranderen in een zogenaamde ‘smart grid’, waarbij vraag en aanbod van elektriciteit volledig op elkaar gestemd kan worden door het inzetten van slimme technologieën. Als we niet voldoende duurzame elektriciteit blijven produceren, heeft stimuleren van duurzame oplossingen zoals elektrische auto`s geen zin. Een elektrische auto is namelijk slechts zo duurzaam als de elektriciteit waarmee we deze opladen, wat momenteel dus veelal met grijze stroom gebeurt. En met enkel het inzetten van grootschalige zonneparken gaan we het niet redden. De afgelopen jaren stimuleerde de overheid de inzet van (grootschalige) zonne-energie, middels subsidies, korting op de energiebelasting en de mogelijkheid tot salderen. Met grootschalige zonneparken bouwen we echter geen stabiele energie infrastructuur. De opwek van elektriciteit uit zonnepanelen is teveel afhankelijk aan een dagcyclus. Windmolens daarentegen draaien minstens 95% van de tijd en nemen veel minder ruimte in beslag en wekken een veelvoud op aan elektriciteit ten opzichte van zonnepanelen. We zullen ervoor moeten zorgen dat we voldoende duurzame energie kunnen opwekken en opslaan, en dat we daarbij in verhouding voldoende conventioneel productievermogen blijven opstellen zoals gascentrales met een hoge opregel- en afregelsnelheid, om zo het wegvallen van duurzame capaciteit uit zon- en wind op te kunnen vangen. Om continuiteit te waarborgen moeten er dus veel meer windparken en gascentrales bijgebouwd worden. Elektriciteit van windmolens vult zonne-energie perfect aan en deze duurzame bronnen zijn dus complementair aan elkaar. Maar ook dit vergt een maatschappelijk omslag, namelijk ook de tegenstanders van windmolens overtuigen dat windenergie ook voordelen biedt……… ‘The answer my friends is blowin in the wind…..’
Erik Spriensma
Energie Adviesbureau ‘Het Snoer Om’
Bronnen:
Magazine Het Snoer Om -2018 https://www.rug.nl/news/2018/05/electrification-will-cause-major-increase-in-gas-demand-in-the-netherlands https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/van-het-gas-af-meer-kosten-meer-co2~b53cd4fe/ http://www.wattisduurzaam.nl/
0 Reacties
Laat een reactie achter
Je moet ingelogd zijn om te reageren.